Na een weekend met buikgriep, kwam de maandagochtendwandeling naar het station wat stroever op gang. Het beloofde een prachtige dag te worden en de zon stond al overtuigend boven de daken van het provinciestadje waar ik woon. Nu en dan gleed er een auto voorbij, en een fiets zong over het asfalt. Alles bewoog, zoals het hoort op een werkdag. Tussen dat alles zag ik hen. Twee jongeren. Een jongen van een jaar of zestien, rugzak over één schouder, sneakers, kniebroek. Verzorgd, maar zonder poeha. Hij liep met vaste tred, zonder om te kijken. Richting station. Achter hem – geen meter verwijderd – liep een meisje. Ze was jonger, vermoedelijk zijn zus. Ze volgde hem zonder haast, zonder twijfel, zonder te proberen naast hem te komen. Niet onderdanig. Niet dromerig. Gewoon in vertrouwen. Alsof dit elke ochtend zo ging. Er werd niets gezegd. Geen speelse woorden, geen ochtendlijke strijd om aandacht of ruimte. Alleen een ritme dat gedeeld werd. Zijn passen bepaalden de maat, haar voeten kenden die van buiten.
Het viel me op omdat het zo natuurlijk was. Omdat niemand zich druk leek te maken over wie voorop liep. Geen spel van gelijkheid, geen stoerdoenerij. Alleen een jongen op weg naar school. En een meisje dat hem volgde.
Ik liep achter hen, omdat we dezelfde kant op moesten. Maar terwijl ik hen volgde, merkte ik dat ik iets anders volgde. Een gedachte misschien, of een gemis.
Ik wilde namelijk dat ik die jongen was. Niet om zijn leeftijd, niet om zijn toekomst. Maar omdat hij daar liep met een doel. Omdat hij zorgde, omdat dat meisje op hem vertrouwde en hij haar veilig zou brengen waar ze moest zijn. Veel meer willen mannen eigenlijk niet. Niet heersen, niet domineren. Gewoon leiden, als iemand die de weg kent en de anderen wil beschermen tegen het verkeer, de chaos, het onverwachte. Jammer dat die zorg tegenwoordig vaak verdacht wordt gemaakt. Je denkt al eens na voordat je een dame vraagt om in te haken aan je arm. Ik weet dat het tegenwoordig ingewikkeld ligt, dat “zorgen”. Voor je het weet ben je betuttelend, patriarchaal of erger: ouderwets. Maar het zit er nog in, denk ik. Dat verlangen om te beschermen. Niet om te heersen, niet om kleiner te maken, maar om even de weg te kennen, voor iemand anders. Misschien is het dat wat me raakte. Niet de jongen, niet het meisje. Maar het feit dat ze hem nog mocht volgen. En dat hij nog iemand kon voorgaan.
Zonder uitleg en zonder schuldgevoel.
Reactie plaatsen
Reacties